Vladimir Majakovski
Artikel door Wilbert Heijsterkamp
Het gedicht "Hoe ik in een hond veranderde"
Kracht, energie, originaliteit en schoonheid karakteriseren de werken van Vladimir Majakovski.
Hij was een grote vernieuwer op het gebied van taal, ritmiek en dichtvorm. Zijn gedichten zijn ongewoon qua stijl, zowel in het gehoor als op papier en daarom vaak moeilijker te lezen. Je moet ze een paar keer lezen voordat je de essentie ervan begrijpt.
De schrijfstijl van Majakovski kan omschreven worden als grotesk, fantastisch en hyperbolisch. Al in zijn vroegere gedichten – van voor 1917 – komt deze stijl naar voren, zoals in het gedicht "Luister eens" uit 1914.
Het gedicht "Hoe ik in een hond veranderde" uit 1915 kan ook tot de categorie fantasie en grotesk gerekend worden.
De ik-persoon uit het gedicht voelt zijn innerlijke kwaadheid, alles werkt op zijn zenuwen. Hij gaat naar buiten, maar op straat komt hij ook niet tot bedaren. De mensen om hem heen werken hem alleen nog meer op zijn zenuwen. En… hij begint stapje bij beetje in een hond te veranderen. Eerst voelt de ik-persoon een grote hoektand, daarna voelt hij een staart bij zijn achterwerk en tenslotte gaat hij op zijn vier poten staan en begint te blaffen. De ik-persoon, die nu niet meer op een normale mens lijkt, wordt nu aangevallen door een boze mensenmassa.
De massa probeert "de vreemde eend in de bijt" te vernietigen en de hond wordt nu zelf agressief.
Het gedicht is een aantijging tegen de verharding van de menselijke samenleving (zie dit in de context van de Eerste Wereldoorlog en de aankomende revolutie van 1917 in het tsaristische Rusland).Kracht, energie, originaliteit en schoonheid karakteriseren de werken van Vladimir Majakovski.
Hij was een grote vernieuwer op het gebied van taal, ritmiek en dichtvorm. Zijn gedichten zijn ongewoon qua stijl, zowel in het gehoor als op papier en daarom vaak moeilijker te lezen. Je moet ze een paar keer lezen voordat je de essentie ervan begrijpt.
De schrijfstijl van Majakovski kan omschreven worden als grotesk, fantastisch en hyperbolisch. Al in zijn vroegere gedichten – van voor 1917 – komt deze stijl naar voren, zoals bijvoorbeeld in het gedicht dat ik de vorige keer heb geplaatst "Luister eens" uit 1914.
Het volgende gedicht "Hoe ik in een hond veranderde" uit 1915 kan ook tot de categorie fantasie en grotesk gerekend worden.
De ik-persoon uit het gedicht voelt zijn innerlijke kwaadheid, alles werkt op zijn zenuwen. Hij gaat naar buiten, maar op straat komt hij ook niet tot bedaren. De mensen om hem heen werken hem alleen nog meer op zijn zenuwen. En… hij begint stapje bij beetje in een hond te veranderen. Eerst voelt de ik-persoon een grote hoektand, daarna voelt hij een staart bij zijn achterwerk en tenslotte gaat hij op zijn vier poten staan en begint te blaffen. De ik-persoon, die nu niet meer op een normale mens lijkt, wordt nu aangevallen door een boze mensenmassa.
De massa probeert "de vreemde eend in de bijt" te vernietigen en de hond wordt nu zelf agressief.
Het gedicht is een aantijging
tegen de verharding van de menselijke samenleving (zie dit in de context van de
Eerste Wereldoorlog en de aankomende revolutie van 1917 in het tsaristische
Rusland).